ALKMAAR - De officier van justitie heeft op dinsdag 6 juni gevangenisstraffen tot 9 weken waarvan drie weken voorwaardelijk geëist tegen zeven mannen in de leeftijd van 29 tot 45 jaar uit Alkmaar (5), Heerhugowaard en Obdam, die verdacht worden van het plegen van openlijk geweld op donderdag 18 mei in het AZ-stadion. Dit gebeurde tijdens de wedstrijd AZ tegen West Ham United. Om te voorkomen dat deze mannen zich bij volgende voetbalwedstrijden weer in het stadion in Alkmaar vertonen, vroeg de officier van justitie bij alle verdachten als bijzondere voorwaarde een locatieverbod op te leggen voor het AFAS-stadion voor de duur van twee jaar.


Wat er op 18 mei gebeurde

Op enig moment bleek dat AZ de wedstrijd niet meer zou gaan winnen. In het vak van supporters van West Ham United werd een vlag opgehangen. Dit was voor een groep mannen de aanleiding om een hek dat tussen de verschillende supporters geplaatst was, te vernielen en geweld te gebruiken tegen de aanwezigen in het vak van West Ham United. Er werden rake klappen en trappen uitgedeeld. Ook werd er geweld gebruikt tegen toegesnelde ME’ers. Meerdere mensen raakten gewond. Het optreden van de ME beëindigde het geweld uiteindelijk.

De politie startte onder leiding van het OM een uitgebreid onderzoek naar wie deze relschoppers waren. Van meerderen van hen waren beelden vastgelegd. De politie liet op 20 en op 22 mei weten dat er beelden van verdachten zouden worden getoond in de uitzending van Opsporing Verzocht van dinsdag 23 mei. Naar aanleiding van deze oproep hebben zich uiteindelijk circa 26 verdachten gemeld. Uiteindelijk zijn er 18 mannen aangehouden.

Zij moeten zich op allemaal voor de rechter verantwoorden. Eén verdachte moet op een MK (meervoudige kamer) verschijnen, omdat op beelden te zien is dat hij een slachtoffer tegen het hoofd schopt. Dit maakt de strafzaak zwaarder en daarom is zijn zaak op een MK gepland, waar drie rechters zich over de zaak zullen buigen en waar een strafeis hoger dan 12 maanden geëist kan worden. De andere verdachten gaan naar een snelrechtzitting, waar een politierechter een oordeel zal vellen over hun zaak.

Ter zitting

Voor zeven verdachten was dat op dinsdag 6 juni zover. De officier van justitie benoemde ter zitting welk bewijs er tegen de verschillende verdachten lag en de ernst van de feiten. De officier van justitie gaf aan dat het ging om een explosie van geweld, dergelijk massaal en excessief geweld is ongekend in Nederlandse stadions. Een grote groep bestormde een tribune waar onder andere familieleden van spelers zaten en genodigden en gebruikte later geweld tegen de ME.

Dit geweld heeft veel gevolgen gehad, in de eerste plaats voor de slachtoffers die pijn en angst hebben ervaren, maar ook voor de toeschouwers die lijdzaam moesten toezien hoe de groep tekeer ging en die bang moeten zijn geweest dat zij zelf aan de beurt zouden komen. Spelers raakten ook betrokken toen zij familieleden die op de tribune zaten, wilden beschermen. Toen de ME ingreep, gebruikten de relschoppers ook geweld tegen hen en hiermee werd het werk van de ME op onacceptabele wijze bemoeilijkt. Zowel nationaal als internationaal werd er geschokt gereageerd op de rellen in het stadion. Met hun gedrag hebben deze mannen zichzelf en hun club voor schut gezet.

Het gaat hier om ernstige geweldsincidenten en daar treden het OM en de politie tegen op. Het onderzoek naar de rellen kost veel opsporingscapaciteit. Capaciteit die daardoor niet aan andere zaken kan worden besteed. Dat neemt het OM deze relschoppers kwalijk.

De rechter veroordeelde uiteindelijk de mannen tot gevangenisstraffen van 30 dagen waarvan een deel voorwaardelijk. Daarbovenop werden er taakstraffen tot 150 uur opgelegd en in zes gevallen werd een locatieverbod voor het AFAS-stadion opgelegd. Meerdere verdachten moesten aan slachtoffers een schadevergoeding betalen.