Vandaag zit ik na een drukke periode weer een middagje achter mijn computer en kijk onderwijl af en toe eens uit het raam, een prachtig uitzicht op ons Westfriese landschap, vanuit onze achtertuin kijk ik 4 kilometer ver weg.
Zoals altijd als ik even tot rust kom na veel uitvaarten achter elkaar begeleid te hebben, komt ook de mijmering over de mensen die zijn overleden en hun families. Ik vind het altijd fijn om nog eens even bij hen stil te staan en op die manier niet hardhollend door te gaan op de automatische piloot.
Ik blijf me altijd verwonderen over het wonder van het leven en ook over het wonderlijke van het sterven. Het ene moment ben je er nog, het volgende niet meer.
Het huis ziet er nog hetzelfde uit, de buren zetten de vuilnisbak buiten, de kinderen gaan naar school; Voor nabestaanden draait de wereld door zoals die daarvoor ook draaide en toch is alles totaal anders, het lijkt me zo’n alles-overdonderende ervaring om volledig te moeten ‘herschikken’ in een omgeving die je zo vertrouwd is.
Ik wil me altijd blijven verwonderen, het werk wat ik doe nooit ‘gewoon’ gaan vinden. Ik kan niet draaien op routine, elke mens is uniek, elke situatie, elke familie waar ik terecht kom is uniek. Vanuit dat oogpunt wil ik werken, oprecht geïnteresseerd in mensen, empathisch, liefdevol en warm. Alleen dan kan ik samen met mensen een afscheid maken dat recht doet aan die ene mens die er dan niet meer is.
Wat is het heerlijk te ervaren dat ik af en toe de ruimte heb om even te ‘herschikken’, terug te blikken én met frisse moed ook weer vooruit te kijken. Het klinkt misschien raar, maar ik heb altijd weer zin om aan het werk te gaan en mensen bij te staan in een moeilijke periode, op een scharnierpunt in hun leven. Ik hou van mijn werk, al vinden mensen dat soms maar moeilijk te geloven.
Dankbaar buig ik me weer over mijn computerwerk, dat moet nou eenmaal ook gebeuren.